stemmen (in bepaalde stemming brengen)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De reacties die ik tot nu toe van hun zijde beluisterd heb, stemmen niet hoopvol.

Deze bevindingen stemmen niet vrolijk.

Beneden stemt een groepje koperblazers hun instrumenten.

Er zijn nog meer wetenschappelijke argumenten die tot nadenken stemmen.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar mij stemmen uitspraken als die van Bush nu somber [...].

Het beeld dat hieruit oprijst, stemt niet bepaald tot vreugde.

Bedrijven moeten hemel en aarde bewegen om de beurzen gunstig te stemmen.

Al deze ontwikkelingen stemmen mij hoopvol.

Gitaren worden gestemd, stemmen geschraapt, het podium met balken verstevigd [...].

Toch weet een meerderheid zich tevreden te stemmen met de beroepssituatie waarin zij verkeren [...].

Zij deden dit met behulp van bepaalde rituele gebruiken die de weergoden gunstig moesten stemmen.

In een dergelijke stemming begint men bij een bepaalde toon te stemmen, bijvoorbeeld bij de A of de C [...].

Zo zijn er meer observaties die tot nadenken stemmen.

Zo is het bijvoorbeeld wenselijk dat de ministers van financiën [...] de violen gelijk stemmen.

Bier werd toen trouwens ook gebruikt als offer om de goden gunstig te stemmen.

Zonder naïef te zijn, wil scouting jongeren toch hoopvol stemmen [...].

De apocalyptiek daarentegen is over het verloop van de geschiedenis pessimistisch gestemd.

Om de raven en dus Wodan gunstig te stemmen gaven de mensen hem heel wat offers [...].

Zojuist zei u dat de bedoeling hiervan was om die persoon gunstig te stemmen [...].

De resultaten [...] stemmen hoopvol ten aanzien van de continuering van het ontzuringstraject [...].

De uitkomsten van deze stromingen stemmen niet vrolijk.

De resultaten van bi-diplomeringstrajecten stemmen echter niet hoopvol [...].

Schrijnende beelden zijn het, maar ze stemmen wel tot nadenken.

Het vergt dan veel tact en inlevingsvermogen om beiden rustig te stemmen.

De overheden van dit land zijn niet verplicht de violen te stemmen.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

beeld

conclusie

ontwikkeling

resultaat

object

Wie of wat (...) men of wordt (...)?

substantief

gitaar

instrument

viool

pronomen

haar

hem

hen

iedereen

je

me

mij

ons

ze

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

goed

voorzetselobject

Met vaste prepositie (vast voorzetsel)

tot:

nadenken

tevredenheid

vreugde

predicatieve aanvulling

adjectief of adverbium

bitter

droevig

gelijk

gelukkig

goed

gunstig

hoopvol

mild

nederig

negatief

(7 meer)

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.